SpieghelKIDS

Verhaal voor de kinderen

Genezingsverhalen in de bijbel

Inleiding

Wat moeten we toch met die genezingsverhalen in de bijbel? Zijn deze echt gebeurd? Kunnen we er wat mee?

In het boekje ‘Wandelen over het water’ heeft Carel ter Linden hier een mooi stukje over geschreven, vrij vertaald:

Jezus heeft door zijn woorden en daden mensen geheeld. Hij raakte de ziel aan van mensen, gaf hun de liefde van God door, zonder daarbij eisen te stellen, en zorgde ervoor dat mensen het vertrouwen in God of in zichzelf terugkregen. Hij zei tegen mensen: “Wat je ook doet, wat je ook bezit, wat je ook presteert, God houdt van jou. Vertrouw op jezelf, vertrouw op God, het komt goed.” 

Jezus had veel gesprekken met mensen, waarin zij vertelden wat hen dwarszat, waar zij over piekerden.  Waarschijnlijk zijn er wel mensen geweest die door Jezus’ woorden en daden van hun ziekte aan huid, ogen, oren of lichaam zijn hersteld/genezen. Toch wilde Jezus niets weten van mirakels/grote wonderen. Als iemand Jezus probeert te verleiden in de woestijn, om stenen in broden te veranderen, dan wijst Jezus dat helemaal af. Jezus wilde mensen helpen. Niets meer. Niets minder. Hij was geen tovenaar of zoiets.

De wonderverhalen uit de bijbel willen ons als lezer als eerste een boodschap vertellen: namelijk: de ontmoetingen met Jezus veranderen de levens van mensen ingrijpend. Jezus liet iets van God zien.

Bijbelverhaal

Het is drie uur in de middag. Petrus en Johannes gaan naar de tempel (kerk). Daar, in de tempel, begint het middaggebed. En beiden willen daar heen om rustig tot God te bidden.

Bij één van de poorten van de tempel, de poort die Mooie Poort wordt genoemd, zit een man die zijn hele leven niet heeft kunnen lopen. Hij wordt elke dag geholpen door mensen, die hem dan van zijn huis naar de tempel dragen. Dan kan hij daar bij de Poort mensen die naar de tempel gaan, om geld vragen. En aan het einde van de dag dragen de vrienden hem weer terug naar zijn huis.

Dan ziet deze man plotseling twee mannen aan komen lopen. Het zijn Petrus en Johannes. De man vraagt: “Hebben jullie wat geld voor mij, zodat ik eten kan kopen?” Petrus en Johannes kijken naar de man en Petrus zegt: “Ik heb geen goud of zilver voor je, maar ik kan je wel wat anders geven”. Dan zegt hij: “In de naam van Jezus Christus uit Nazaret vraag ik je: stap op, en ga lopen”.  En Petrus pakt de man bij zijn rechterhand en trekt hem overeind.

En de man voelt plotseling kracht in zijn voeten en zijn benen. En hij springt op. “Neeee, dat meen je niet, ik kan weer lopen? Niet te geloven.” En meteen gaat hij samen met Johannes en Petrus de tempel binnen. Daar blijft hij een heel lange tijd rondlopen. Hij kan het nog steeds niet geloven. En hij vouwt zijn handen, en gaat bidden: “God, dank u wel, dank u wel!”

Gespreksvragen

Herken je dat wanneer je ziek bent, je soms je handen vouwt en tot God bidt? Heb jij dat wel eens bij iemand gezien of zelf gedaan?

Denk jij zelf dat Jezus, of deze twee volgelingen van Jezus, Johannes en Petrus, in Jezus’ naam bijzondere dingen konden doen bij mensen of denk je dat dat later over hen verzonnen is en eraan toegevoegd is?

Zie jij een verband tussen Jezus en God? Ligt er een relatie tussen Jezus en God?

 
Jezus, en later ook zijn volgelingen zoals Petrus en Johannes, zeiden tegen mensen: “Wat je ook doet, wat je ook bezit, wat je ook presteert, God houdt van jou. Vertrouw op jezelf, vertrouw op God, en het komt goed.”