SpieghelKIDS

Brieven uit een ver land

Brief 4

Beste gelovigen,

(van jong tot oud, maar ik bedoel vooral de jeugd, de kids),

Mozes is piepjong prins geworden en daarna maakte hij carrière in de woestijn. Mij is gevraagd deze brief als een preek te beginnen, dat wil zeggen, ik vroeg mijzélf af als ik zou klinken als een dominee hóé ik jullie dan zou schrijven.

Als Virus ben ik goed in aanpassen en ik vind ook dat ik dat als Virus moet zijn, goed in aanpassen, anders ben ik de naam Virus niet waard. Om te overleven (ik bedoel verder leven) heb ik hier woorden nodig die ik me kan toe-eigenen. Ho, stop, niet stoppen met lezen, dit is inderdaad een soort domineestaal die maar weinig mensen begrijpen. Ik wil het ook wel allemaal wat eenvoudiger zeggen, zei de dominee, en toen kwam er wéér een heel verhaal. Dominees hebben meestal veel woorden nodig om iets kort en krachtig te zeggen (wat dus niet lukt). Sommige preken zijn daarom best lang, die woekeren maar voort. Is op zich niet erg, zolang de mensen maar slapen zul je er niemand over horen. Maar ik hou het graag kort, zoals je nu denk ik al wel weet of kunt vermoeden of als je het was vergeten had je het kunnen weten. (Grapje dus hé, Virus en kort, dat zit er niet in – daarom duurt het ook allemaal zo lang, het gevaar van besmetting is zomaar niet voorbij, je hoeft maar even niet op te letten etc.)

Maar nu over Mozes nog dit. En daarna ga ik ‘amen’ zeggen. Toen Mozes oud was geworden, te oud om nog lang goed uit zijn ogen te kunnen kijken en goed naar de mensen om hem heen te kunnen luisteren, en ook bijna te oud om op een zinvolle manier met anderen in gesprek te kunnen zijn, toen koos hij er niet echt voor, maar het ging wel zo, dat hij alles eens overzag. Hij keek als het ware niet alleen letterlijk om zich heen, hij keek nog verder (kun je begrijpen wat ik bedoel?). Hij was op een berg, en dat maakte het voor Mozes al makkelijker, toen God hem liet kijken zoals hij nog nooit gekeken had.

Mozes had altijd één doel voor ogen: daar wil ik zijn, koste wat het kost, in een land met een leven door God beloofd. Nou dat wilde iedereen wel, en daarom ging ook iedereen met hem mee. Dat duurde allemaal heel lang, en het ging lang niet altijd goed, maar het kwam wél allemaal steeds dichterbij. (Volgen jullie deze dominee nog?!)

Wat ik wil zeggen is dat Mozes heus een lichtend voorbeeld is geweest toen hij woorden van God sprak (hij begon met de 10 belangrijkste geboden en op dat spoor ging hij door), en vanaf het begin was hij een echte leider, iemand die zich niet zomaar liet tegenhouden. We stóppen met het slavenwerk had hij tegen de koning (je weet wel hé, de spierballen-koning!) gezegd, God wil het niet en wij willen het niet, en wie denk je nou helemaal dat je bént, we zijn geen slóven! (Wat een ellende.)

En toen zijn ze na een hoop rimbam gewoon gegaan – een ware verlossing, en geen oceaan kon ze tegenhouden, ook niet toen het alleen maar een zee was. En ja toen gingen ze ook nog ‘es dwars door de woestijn. Nergens een weg te bekennen, maar voor de juiste route keken ze omhoog, of het nu dag was of nacht… (Zo deze dominee is nu lekker op dreef!) En je kunt het geloven of niet, ze kwamen er. Waar? Daar waar ze wilden zijn. Daar waar ze dachten alles te kunnen hebben wat je zou wensen: een fijn huis, geld, geluk, goed werk en genoeg tijd om te kunnen genieten en God te danken (en dankbaarheid te leren). En Mozes gunde zijn mensen dat allemaal, maar heel gek, hij liep tegen een grens aan.

Je kunt God het geluk niet afdwingen. Dat is best ingewikkeld maar het is zo. Mozes liep er tegen aan, en toen zei God ik gun jou nog méér (dat was echt een superverrassing!), kom jij maar bij mij wonen. Mozes keek nog eens om zich heen. Hij wist dat het allemaal wel weer goed zou komen met de wereld waarin ze woonden, en hij zei oké ik ga mee! Maar dus niet verder met alle mensen mee, maar met Gód mee. Blijkbaar vond God dat hij er oud genoeg voor was. Niemand heeft Mozes ooit nog gezien. Of ja toch – dat is heel veel later – toen is hij gezien samen met Elia (een ware profeet). Ze waren in gesprek met Jezus. Daar zou je eigenlijk helemaal zelf bij moeten hebben zijn geweest om het te kunnen geloven. Zal ik nu ‘amen’ zeggen?

Is het lang genoeg dit allemaal? Laat je nooit wijs maken dat er dominees zijn die kort kunnen preken. Dat kunnen ze niet. Het is allemaal heel besmettelijk, de ene mooie gedachte roept de andere op. Dat zul jij ook weleens hebben. Preken is een soort hardop dromen wat God je te dromen geeft (in het ideale geval dan). Amen, zei de dominee. Aan alles komt een eind. En de volgende keer gaan we verder.

Groetjes,

Virus

 

PS. Wil je over Mozes lezen in de Bijbel, lees dan in het Eerste en Dikste Deel Exodus, Numeri en Deuteronomium – niet alles natuurlijk, maar waar je zijn naam tegenkomt. En over Mozes en Jezus moet je in het Tweede (en je raadt het al, ook het Dunste) Deel van de Bijbel Matteüs 17 even opzoeken. Daar is Mozes weer even terug van weggeweest. Móói dat dat is! Vet cool!